woensdag 14 maart 2012

Appelmoes in Antwerpen

Het is al weer een paar jaar geleden dat ik voor het laatst in Antwerpen was. Veel veranderd is er niet. Het nieuwe station maakt nog steeds indruk. De trein uit Amsterdam arriveert op het laagste van de vier niveaus. Dankzij de enorme vide schijnt zelfs hier in de diepte de zon. Eindeloze roltrappen leiden naar de donkere stationshal, die met zijn negentiende-eeuwse pracht en praal een beetje uit de toon valt. Het station is af. Nu is de Keyserlei aan de beurt. De brede straat wordt wandelboulevard. Op de bouwschutting hangen foto's waarop te zien is hoe de straat er pakweg honderd jaar geleden uitzag. Zo moet het weer worden. Antwerpen koestert zijn verleden.

De geur van zoete wafels maakt me hongerig. Ik koop een 'chausson aux pommes'. Hier heet dat een 'appelflap'. Ondanks de Hollandse naam is de uitvoering onvervalst Frans. Voorzichtig zet ik mijn tanden is de flap en gulzig zuig ik de appelmoes naar binnen. Ik moet aan mijn kleinzoon denken.

Een paar weken geleden zette zijn moeder hem bij me op schoot en drukte een potje perenmoes en een lepel in mijn handen. Als vijf maanden oude zuigeling wist hij nog niet zo goed raad met de lepel die ik tussen zijn lippen wurmde. Soms lukte het me wat perenmoes in zijn mond te krijgen. Met zichtbaar genoegen perste hij die dan tussen zijn lippen door naar buiten, waarna ik de smurrie van z'n kin schraapte en opnieuw bij hem naar binnen werkte. We waren er een poosje zoet mee.

Waalse Kaai
De zon schijnt. Jas en das gaan los. Lente. Op naar de Waalse Kaai, naar het FoMu, het Fotomuseum van de Provincie Antwerpen. Daar is veel te zien. Niet alleen foto's uit heden en verleden maar ook een leuke collectie camera's en een educatieve tijdlijn over de geschiedenis van de fotografie. Ik zap er doorheen.

Het museum heeft uit de eigen collectie een leerzame expositie samengesteld. De foto’s zijn gegroepeerd rond de trefwoorden: objectief, subjectief, publiek en privé. Geen wereldschokkende indeling maar wel veel mooie foto’s. Het museum heeft een rijke verzameling met werk van fameuze fotografen. De geschiedenis van de fotografie trekt weer aan me voorbij. Het is interessant om te zien dat heel wat foto’s ook in een andere categorie passen dan waarin ze worden getoond.

Een mooi voorbeeld vind ik de serie ‘The Brown Sisters’ van Nicolas Nixon. Sinds 1975 maakt Nixon elk jaar een foto van zijn vrouw en haar drie zusters. Op elke foto staan ze in dezelfde volgorde. Op de tentoonstelling hangen een paar van deze portretten in de afdeling ‘privé’. Dat is te verdedigen; het zijn tenslotte familiefoto’s. Tegelijkertijd illustreren de foto’s op een mooie, objectieve manier hoe smaak en mode in de loop der jaren veranderen. Maar voor mij zijn het vooral beelden waarmee Nicolas Nixon laat zien hoe hij tegen het leven en het meedogenloos verstrijken van de tijd aankijkt. Privé, objectief en subjectief gaan moeiteloos samen.

De hoofdtentoonstelling ‘Imaging history’ stelt een beetje teleur. Vooral de grote landschapsfoto’s van Sally Man vallen me tegen. Het zijn landschappen waar tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog zwaar is gevochten, vastgelegd op collodiumplaten. Het zijn grauwe, bijna abstracte beelden. De imperfectie van de natte-plaat-fotografie ligt er te dik boven op, vind ik. Het werk krijgt er iets kitscherigs door. Jammer, want ik ben een fan van Sally Man.

Desolate straten
Ik ben verzadigd. Tijd voor Belgisch bier in een nabijgelegen café. Als er een waterig zonnetje doorbreekt ga ik naar buiten en haal m’n analoge Pentax met 40mm pancake tevoorschijn. M’n favoriete camera. Ik verken de buurt. Mooi namiddag licht, brede boulevards en desolate straten en kaden. De spectaculaire, moderne architectuur van het nieuwe gerechtshof dat aan het eind van een van de boulevards opdoemt, inspireert me niet. Wel de grauwe woontoren die er vlakbij staat. Objectieve fotografie bestaat niet.

De film is vol en het licht dooft. Ik loop nog een stukje langs de Schelde. Het is bekend terrein. Toch ‘schiet’ ik nog wat met de digitale compact. Vergeefse moeite, met de zon is ook de inspiratie verdwenen.

Nog voor de trein België uit is heb ik de beelden al gewist. Ik troost me met de gedachte dat ik analoog vast beter op dreef was. Over een kleine week weet ik of ik de beelden publiek kan maken of dat ik ze beter privé kan houden. Net als de digitale kiekjes van mijn kleinzoon.

'Objectieve fotografie bestaat niet' - Antwerpen, maart 2012 (foto Sietse Postma)