woensdag 23 september 2009

Macht en onmacht van de fotografie

Langs het spoor staat een traumahelicopter. Wat verder, bij het station, zie ik ambulances en politie-auto's. En een drom mensen. Hier is iets mis. Heel even heb ik de neiging een stukje om te fietsen om een glimp van het ongeluk op te vangen. Maar al snel neemt m'n gezonde verstand de touwtjes weer in handen en stuurt me langs de kortste weg naar huis.

Later lees ik op de website van de regionale krant dat er iemand tegen een trein was gevallen. Er is geen beeld bij. Dat verbaast me. Op deze site worden berichten over ongelukken en andere rampen doorgaans verlucht met een videootje, gemaakt door een verslaggever die zijn blocnote verruild heeft voor een camera. Het beeldmateriaal komt ook wel van koelbloedige getuigen, die het autowrak of de uitslaande brand routineus met hun mobieltje hebben vereeuwigd. Weegee is van alle tijden.

Sophie Ristelhueber, Every One # 14
Victoria & Albert Museum, London
© Sophie Ristelhueber / Pro Litteris, Zürich 2009

In de dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw legde Arthur Fellig, alias 'Weegee the famous', genadeloos de duistere kant van het leven in New York vast. Zijn keihard ingeflitste foto's van dood en geweld vonden toen gretig aftrek bij de boulevardbladen. Nu hangen ze in fotomusea. Bijvoorbeeld in het Fotomuseum Winterthur in Zwitserland, als onderdeel van de expositie 'Dark side II' (t/m 15-11-2009).

'Fotografische Macht und fotografierte Gewalt, Krankheit und Tod' is de Duitse ondertitel van deze door Urs Stahel samengestelde expositie. Er hangt werk van Antoine d'Agata, Christian Boltanski, Sophie Calle, Rieneke Dijkstra, Nan Goldin, Peter Hujar, Sally Mann, Sophie Ristelhueber, Andres Serrano, Cindy Sherman, W. Eugene Smith, Francesca Woodman en nog tientallen anderen.
Het zien van zo veel 'Gewalt, Krankheit und Tod' maakt zelfs de grootste optimist moedeloos. Al gauw kan ik het niet meer opbrengen alle beelden zaal na zaal en stuk voor stuk aandachtig te bekijken. Ik versnel mijn pas. Afkeer en nieuwsgierigheid strijden om voorrang. Het concept van de tentoonstelling fascineert me. Vooral het eerste deel van de ondertitel. Heeft fotografie macht?

Oliver Noonan, Near Saigon (Vietnam, 1969)
Courtesy of Associated Press / Keystone Images
© KEYSTONE/AP Photo/Oliver Noonan
JA. Foto's van de oorlog in Vietnam wakkerden in Amerika de protesten tegen de uitzichtloze strijd aan en droegen zo bij aan een sneller einde van de oorlog.

NEE. De hartverscheurend mooie foto's die James Nachtwey begin jaren negentig in Afrika maakte van kinderen die dood gaan van de honger, hebben ondanks hun enorme impact en aandacht geen effect gehad. In Afrika gaan de burgeroorlogen gewoon door en wereldwijd wordt het voedsel nog steeds niet eerlijk verdeeld.

'I have been a witness, and these pictures are my testimony. The events I have recorded should
not be forgotten and must not be repeated' (James Nachtwey).

James Nachtwey zag met eigen ogen een onleefbare wereld waarin mensen proberen te overleven. Ik zie hier, in dit veilige museum slechts de door Urs Stahel geselecteerde beelden van die wereld. Die liegen er overigens niet om. Ik zie misbruikte, misvormde en mishandelde lichamen; gehavend, uit elkaar gespat, verrot en vergaan. Ik wil weg uit deze imaginaire hel.

Aan de overkant van de straat, in het andere gebouw van het museum, is een retrospectief gewijd aan de Zwitserse fotograaf Gotthard Schuh (1897-1969). In zijn fraaie, lichtvoetige zwartwit foto's 'vloeien poëzie en werkelijkheid moeiteloos in elkaar over', lees ik. En zo is het.

De zon schijnt weer. Oorlog en ellende zijn alweer bijna vergeten. Het waren maar plaatjes. Ik keek ernaar, huiverde even en ging weer verder. Geraakt maar ongedeerd.

'The reality of war is beyond the image' (Elisabeth Bronfen).

Dood en geweld zijn overal. Foto Sietse Postma (2008)

vrijdag 11 september 2009

Vechthonden terug in het Paradijs

't Begon zo mooi. In het Paradijs leefden mensen en dieren vredig met elkaar. Veel schade konden die eerste mensen zo met z'n tweetjes ook niet aanrichten. Maar na de Zondeval gaat het mis. De mensen moeten voortaan ploeteren om in leven te blijven en een beetje hulp van de dieren kunnen zij daar wel bij gebruiken. Maar gebruik wordt misbruik. Honden kunnen je helpen bij de jacht maar je kunt ze ook voor je karretje spannen. Of je kunt ze met elkaar laten vechten en daarbij vette weddenschappen afsluiten. Kortom, van vreedzaam samenleven is geen sprake meer.

Charlotte Dumas (1977)  fotografeert dieren. Niet zo maar dieren, maar beesten die een directe relatie hebben met mensen zoals paarden, honden en circusdieren. Het FOAM presenteert tot 22 november een royaal overzicht van het werk dat zij de afgelopen negen jaar heeft gemaakt. De titel van de expositie en van het boek dat ter gelegenheid hiervan is verschenen, is 'Paradis'.

De foto's vind ik prachtig. Ze zijn stuk voor stuk gemaakt met heel veel aandacht voor lichtval en compositie. Ze zijn warm en klassiek. Dierenlijven zijn geabstraheerd tot louter vorm. Het patroon in de vacht van de tijger gaat naadloos over in de achtergrond. Zacht licht streelt harige huiden. Pure esthetiek.

Foto's Charlotte Dumas

Portretten
Maar er is meer. De fotografe noemt haar foto's 'portretten'. Terecht, vind ik. Elk dier is afgebeeld als individu, in een karakteristieke houding en met een haast menselijke uitdrukking. De blik van de tijger op zijn krikkemikkige houten bank straalt rust en berusting uit. De Siciliaanse zwerfhond lijkt heel tevreden met de kartonnen doos waarin hij zit. En zelfs Jane, de vechthond die de strijd heeft overleefd, kijkt aandoenlijk afwachtend naar degene die, buiten beeld, naast haar mand van oude lappen staat. Geen spoortje van ellende, agressie of misbruik. Alles is 'pais en vree'.

In een gesprek met Merel Bem, dat afgedrukt is in de brochure die de expositie in het FOAM begeleidt, vertelt Dumas dat ze zich in de loop van de jaren meer emotioneel betrokken is gaan voelen bij de dieren die zij portretteert. Daardoor is er ook meer context te zien op de recentere foto's. De dieren worden vaker geportretteerd in hun beperkte leefwereld. Haar betrokkenheid gaat verder. Zo had ze er behoefte aan een verslag te schrijven van de tijd die ze doorbracht in het asiel voor afgedankte vechthonden in New York. Merel Bem duidt die ontwikkeling met enig voorbehoud aan als: "van esthetiek naar engagement'.

Maatschappelijke discussie
In het tijdschrift voor hedendaagse kunst Metropolis M (nr. 4-2009) gaat Manon Braat een flinke stap verder. Onder de titel 'Bekoorlijk dierenactivisme' betoogt zij dat Dumas op subtiele wijze de politieke en maatschappelijke discussie aankaart over de dubbele moraal die de westerse wereld erop nahoudt bij de behandeling van dieren.

Ik citeer de laatste alinea van haar essay. "Aan die extreme humanisering van de dieren ontleent Dumas' werk zijn identiteit en betekenis, maar tegelijkertijd is het een teken van de complete ontsporing van de westerse omgang met het dier. Het zal mogelijk niet haar bedoeling zijn, maar met haar humane dierenportretten bevestigt Dumas de voortgaande vervreemding van de natuur door de westerse mens. Ze laat zien hoe weinig de westerse mens nog in staat is het dier een dier te laten zijn."

Ik ben het volledig eens met Manon Braat dat er - niet alleen in het westen trouwens - vaak ongelooflijk slecht met dieren wordt omgegaan, variërend van de misplaatste vertroeteling van huisdieren tot de immorele en zwaar vervuilende bio-industrie. Ik geloof alleen niet dat kunstfoto's en fraaie fotoboeken de meest effectieve middelen zijn om hier verandering in te brengen. Er zal geen hapje vlees minder door worden gegeten en geen circus zal de tent moeten sluiten. Ik twijfel geen moment aan de betrokkenheid van Charlotte Dumas. Maar ik hoop dat ze vooral doorgaat met het maken van hele mooie foto's. Foto's die ons even het gevoel geven dat we terug zijn in het Paradijs.

Artis (foto Sietse Postma, 2003)